Recept. Kaiserschmarrn
Kus mijn hand, mevrouw...
Het dessert werd voor het eerst geserveerd aan de Oostenrijkse keizerin Elisabeth in 1854, toen het naar verluidt per ongeluk scheurde tijdens het serveren, wat later haar specialiteit werd. Pas later werd het dessert "herwijd" aan keizer Frans Jozef I en kreeg het de naam Kaiserschmarrn. Dit is de achtergrond van deze beroemde Oostenrijkse gebakstraditie.
Het woord "Schmarren" wordt al sinds de 16e eeuw gebruikt in Beieren en Oostenrijk en beschrijft ofwel een gebakje gebakken in goed vet of reuzel (vroeger ook "Schmer" genoemd) of een vettige komedie, een slechte grap of gewoon: onzin.
Ingrediënten en bereiding
Voor 4 personen heb je de volgende ingrediënten nodig:
- 25 dag bloem, licht
- ½ liter melk
- 3-4 eieren
- sultanarozijnen
- zout
- Boter of geklaarde boter om te bakken
Zo wordt de Kaiserschmarrn bereid:
Maak voor de Kaiserschmarrn een glad beslag van de bloem, melk, zout en eidooiers, klop stijf, vouw luchtig en voeg de sultana's toe. Giet het beslag in de hete boter tot de dikte van een vinger, dek af en bak de eerste kant goudbruin, draai om, laat onafgedekt verder bakken en scheur in stukken met twee vorken. Serveer onmiddellijk bestrooid met poedersuiker. Kaiserschmarrn gaat perfect samen met veenbessen, zelfgemaakte compote of jam.
